Brad Pitt leest een boek (en hij doet dat goed)


In de middelbare school had ik een leraar Nederlands die stelde dat zelfs "goeie" films op zijn best flauwe literatuurverfilmingen zijn. Wanneer ik hem vroeg of dat ook gold voor bv. Woody Allen (het was midden de jaren '80), wist hij niet wie dat was. Hij vormde zich dus een mening over iets waar hij geen verstand van had...

De vergelijking tussen een boek en een film lijkt me bij voorbaat zinloos.

Het betreft twee geheel van elkaar verschillende media die elk een hoge mate van inspiratie, ambacht een doorzettingsvermogen vergen. Elk van deze media heeft zijn eigen spel(ling)regels en grammatica. Indien men de waarde van een kunstwerk zou afmeten aan zijn complexiteit, wint zelfs een kortfilm het met vlag en wimpel van een boek. Maar dergelijke vergelijkingen hebben weinig zin.

Meer zin heeft het om zich af te vragen of het wel altijd een goed idee is om een boek te verfilmen. Of is dit eerder een zwaktebod voor makers die niet de creativiteit bezitten om originele inhoud te creëren?

De critici van het Franse filmblad Cahiers du Cinéma hingen rond 1960 de zgn. auteurstheorie aan, die ervan uitging dat een filmmaker zélf zijn verhaal moet bedenken. Filmregisseurs die uitmuntten in literatuurverfilmingen of ingehuurd werden voor projecten door Amerikaanse studio's werden (soms ten onrechte zoals bij John Huston) in het verdomhoekje geduwd. Toen deze critici (François Truffaut, Jean-Luc Godard, Claude Chabrol...) vervolgens zelf films gingen maken, veranderden ze de loop van de filmgeschiedenis. 

Al snel echter keerde Truffaut terug naar de literatuurverfilming ("Fahrenheit 571" naar het uitstekende boek van Ray Bradbury). Jean-Luc Godard maakte enkele sterke films maar verloor zich mettertijd in navelstaarderige maar onbegrijpelijke experimenten ("Adieu au langage" (☆☆☆☆☆)).

Maar terug naar de zin of onzin van literatuurverfilmingen: het is zo'n beetje als bij covers in de muziek: als je er niks origineels mee kan doen, of enkel een flauw afkooksel gaat bereiden van het origineel, blijf er dan af! Of stel je er (als filmmaker) tevreden mee dat film nu eenmaal een economisch product is - en dat een literatuurverfilming vaak een veilige investering is: je lokt al minstens de fans van het boek naar de zaal.

In nogal wat gevallen is film wellicht niet het juiste format om een boek te verfilmen. Dan krijg je als kijker de indruk dat verhaallijnen moeten worden afgehaspeld omdat ze nu eenmaal in het boek staan. 

Dat gevoel kreeg ik bv. bij "Die Blechtrommel" (1979), één van mijn favoriete boeken aller tijden, of bij de Italiaanse film "I colibri" (2023) (★★★☆☆) naar Sandro Veronese - in dit geval was ik niet bevooroordeeld daar ik het boek niet heb gelezen... 

Voor extra dikke boeken blijken series soms een betere formule; zo heb ik onlangs zeer genoten van de Netflix-verfilming van "Honderd jaar eenzaamheid" van Gabriel Garcia Marquez ("One Hundred Years of Solitude"). 

Hoe dan ook: of men nu vertrekt vanuit een boek, een stripverhaal, een game of welk ander medium ook 

"Pirates of the Carribean" (★★★★☆) was gebaseerd op een pretparkattractie)

zelfs voor een origineel filmscript geldt dat je altijd moet vertrekken vanuit een filmische en niet vanuit een literaire of andere logica. In "Toy Story 2" (★★★★★) wordt een dressoir getoond in een kinderkamer. Om te tonen dat het meisje groter wordt, zie je de kinderspulletjes vervloeien in make-up en andere tienerspullen. Om het met een cliché te zeggen: dit beeld zegt meer dan duizend woorden. 

Het is filmtaal!!!

Dankbaar is het wanneer (veelal dunne) boeken louter een kader of impressie aanreiken, die dan verder kan uitgewerkt worden in een film of serie. Dat gebeurde bij seizoen 1 van de serie "The Handmaid's Tail" van Margaret Atwood: een korte roman die een hele (dystopische) wereld suggereert. In de serie krijgen die wereld en de zeer schetsmatige personages uit de roman verder invulling. Met welk een succes! Idem bij "Brokeback Mountain" naar de novelle van Annie Proulx.

Momenteel lees ik "Fight Club" van Chuck Palahniuk (briljant verfilmd door David Fincher in 1999 (★★★★★). Hier zien we een gelijkaardig procédé: een zeer sterk idee: mannen starten uit verveling en onvrede met de wereld een vechtclub; en dan is er (plot spoiler!) die denkbeeldige vriend Tyler Durden, vertolkt door Brad Pitt. In het boek blijft dit allemaal zeer high level. De film werkt dit verder uit en hertaalt het naar filmtaal, zodat het bijna gaat om een origineel werk.

Vergelijkbaar behielden John Milius en Francis Ford Coppola de grote lijnen van Joseph Conrads "Heart of Darkness". Ze verplaatsten de actie van het Congo van 1900 naar het Viëtnam van de late jaren '60, en maakten zo de volgens mij allermooiste film ooit: "Apocalypse Now" (Gouden Palm van Cannes in 1979) (sterren komen tekort).

In "Il conformista" (1970) verving Bernardo Bertolucci het knullige einde van Alberto Moravia's boek (een auto-ongeluk) door een veel gepastere finale: na de machtsovername keert de fascist vertolkt door Jean-Louis Trintignant zijn kar en stapt mee in een antifascistische betoging. Hij is dus werkelijk een conformist - wat bewezen moest worden.

Slotsom: boeken en films bieden een prachtige wereld van verhalen, zonder dewelke we ons leven nog moeilijk kunnen indenken. 

We hebben in de ruimte gezweefd met Sandra Bullock en George Clooney ("Gravity"), gedanst met wolven in het gezelschap van Kevin Costner ("Dances with wolves") en de landing in Normandië beleefd vanop de eerste rij in  Spielbergs "Saving Private Ryan". 

Geen enkele vergelijking kan afbreuk doen aan de kracht van deze tijdloze kunstwerken. Laat de vergelijkingen dus voor wat ze zijn en geniet met volle teugen van de nooit opdrogende stroom verhalen die altijd weer een verrijking vormen voor onze ogen en oren, onze ziel en ons verstand. 


Reacties

Populaire posts